π¬π§
Introduction
Inleiding
Deze les gaat over verhalen vertellen. Dit hoofdstuk is leuk als je van boeken lezen houdt, maar het is ook belangrijk als je niet van lezen houdt. Verhalen zijn overal. Het zijn nieuwsberichten, films, series, maar het is ook vertellen over je dag of een grappige anekdote.
Veel Nederlanders lezen te weinig, maar ze vertellen elkaar wel constant verhalen. Ze delen graag verhalen bij het koffie drinken of het avondeten. De Nederlandse cultuur heeft ook unieke verhalen. In de literatuur, maar ook in de geschiedenis. Dit thema kan je helpen de Nederlandse cultuur te begrijpen, maar ook verhalen van jouw cultuur te vertellen.Β
Verhalen lezen kan je ook helpen om Nederlands te leren. Je leert nieuwe woorden en grammatica door te lezen. Je ontwikkelt een gevoel voor de Nederlandse taal. Lezen is dus leuk en leerzaam!
π¬π§
In de vorige lessen heb je geleerd over de verleden tijd. Je gaat deze grammatica nu echt gebruiken. Je gaat lezen, schrijven, luisteren en spreken in het Nederlands. Alles heeft te maken met het thema βverhalen vertellenβ. Succes en veel plezier!Β
PRODUCTIE
- P1 - Een korte beschrijving of presentatie geven
- Ik kan een korte beschrijving of presentatie geven in een lijst van korte zinnen.
- P3 - een serie simpele zinnen schrijven
- Ik kan een serie simpele zinnen schrijven met verbindingswoorden (en, maar, omdat).
- P4 - een verhaal aanvullen
- Ik kan een stuk bij een verhaal schrijven als ik een woordenboek en andere hulpmiddelen mag gebruiken.
RECEPTIE
- R1 - Langzame, duidelijke spraak volgen
- Ik kan spraak volgen die langzaam en helder gearticuleerd is.
- R3 - Een kort verhaal volgen
- Ik kan een kort verhaal volgen en de hoofdpunten uit het verhaal begrijpen, als het verhaal langzaam en duidelijk verteld wordt.
- R4 - een korte, simpele tekst begrijpen
- Ik kan een korte, simpele tekst begrijpen, als er in de tekst veelvoorkomende woorden en cognaten staan.
- R5 - specifieke informatie vinden
- Ik kan specifieke informatie vinden in simpele teksten, lijsten, borden, brochures of kaarten.
MEDIATIE
- M3 - afbeeldingen interpreteren en beschrijven
- Ik kan (in mijn moedertaal) simpele afbeeldingen over vertrouwde onderwerpen (met tekst in het Nederlands) interpreteren en beschrijven, soms met pauzes, valse starts en herformuleringen.
- M5 - reageren op media
- Ik kan reageren op een tekst, film of afbeelding met mijn gevoelens en ideeΓ«n.
- M6 - de hoofdpunten van een verhaal beschrijven
- Ik kan de hoofdthemaβs en personages van een kort, simpel verhaal beschrijven, als het verhaal over een bekend onderwerp gaat en in simpele alledaagse taal geschreven is.