✏️ Assignment 2: What is ‘wat’?

🇳🇱 Opdracht 2: Wat is wat?

🇬🇧

Hieronder staan zinnen met het woordje ‘wat’. Is ‘wat’ in deze zinnen een vraagwoord of verwijst het naar een ding?

  1. 1. Kun je wat voor mij kopen? Ik heb geen tijd voor de boodschappen.

    1.
    2.
  2. 2. Eet jij wat voor we vertrekken? Of zullen we een patatje halen bij de snackbar?

    1.
    2.
  3. 3. “Kan ik wat voor u doen?” vroeg de winkelmedewerker aan meneer Huberts.

    1.
    2.
  4. 4. Wat is jouw droom voor de toekomst?

    1.
    2.
  5. 5. Wat vind je zo leuk aan Giovanni? Hij is altijd chagrijnig!

    1.
    2.
  6. 6. “Ik moet met iemand praten,” zegt Linda, “kan ik je wat persoonlijks vertellen?”

    1.
    2.
  7. 7. Je wilt niet wandelen, fietsen of schaatsen, dus wat wil je dan wel doen?

    1.
    2.
  8. 8. Ik ben gek op Azië, en wat is jouw favoriete reisbestemming?

    1.
    2.
  9. 9. Wil iemand wat drinken?

    1.
    2.
  10. 10. Kun je wat voor me koken, alsjeblieft? Ik heb enorme honger!

    1.
    2.