Sample LessonSample LessonSample LessonSample Lesson
BLOCK 1
BLOCK 2
BLOCK 3
31. 💡 Prepositions
34 Topics | 8 Quizzes
BLOCK 4

✏️ Assignment 3: Filling in verbs

🇳🇱 Opdracht 3: Werkwoorden invullen

🇬🇧

Vul de correcte werkwoordsvorm in.

    • 1. Daniël (vinden) wiskunde stom.
      2. Ik (worden) morgen vierentwintig.
      3. Zij (poetsen) haar tanden.
      4. Wij (gieten) water bij de plant.
      5. Wij (vervangen) de oude computer.
      6. Jordy (feesten) de hele nacht door.
      7. Lia (worden) om zeven uur wakker.
      8. Jij (lachen) om mijn grapjes.
      9. De atleten (werpen) een speer op het veld.
      10. De zon (schijnen) fel vandaag.
      11. (vinden) zij spaghetti lekker?
      12. De honden (vechten) met elkaar.
      13. Ik (vliegen) met KLM naar Spanje.
      14. De viool (klinken) vals.
      15. Jullie (springen) op het bed.
      16. De jongens (verslinden) de spareribs.
      17. Jij (onthouden) alle moeilijke woorden.
      18. (zorgen) u voor de kinderen?
      19. Ik (rijden) in een mooie auto.
      20. Jij (melken) elke dag de koeien.