🇬🇧
🇬🇧
In deze zinnen staan foute werkwoorden. Vind en verbeter de fouten. Schrijf de hele zin op.
(Let op hoofdletters en punten in je antwoord!)
0 of 20 Questions completed
Questions:
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
0 of 20 Questions answered correctly
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
1. Leslie winnt (winnen) het spel.
2. Houdden (houden) jullie het huis netjes?
3. Ik verzinn (verzinnen) een nieuw recept.
4. De hond graaf (graven) in de tuin.
5. Marco klimmt (klimmen) op het klimrek.
6. Barbara lopt (lopen) naar huis.
7. Jij word (worden) later dokter.
8. Jullie draggen (dragen) zware dozen.
9. Karin blazt (blazen) op haar fluit.
10. De kinderen liken (likken) aan een ijsje.
11. Ik zwet (zweten) veel na het sporten.
12. Wij kijkt (kijken) ‘s avonds televisie.
13. Ik les (lezen) een spannend boek.
14. De mannen metten (meten) de keuken op.
15. Mark vinden (vinden) leren stom.
16. Rosa vallt (vallen) van de trap.
17. Ik verplaatst (verplaatsen) de tafel.
18. Wim kopt (kopen) een nieuwe trui.
19. Wij ziten (zitten) op de nieuwe bank.
20. Roos kiezt (kiezen) een snoepje uit de pot.
Hi! We just wanted to let you know that we use cookies on our site. These cookies enhance your experience, improve the quality of our site, and help us show you things that are more likely to be relevant to you. You have the option to manually allow third parties (including our advertising partners) to enable cookies on our website. By clicking 'Accept', you're agreeing to the placement and use of cookies described in our Cookie Policy. That's all. Thanks for reading!