🇬🇧
🇬🇧
Vul de correcte werkwoordsvorm in.
0 of 1 Questions completed
Questions:
You have already completed the quiz before. Hence you can not start it again.
Quiz is loading…
You must sign in or sign up to start the quiz.
You must first complete the following:
0 of 1 Questions answered correctly
Your time:
Time has elapsed
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Earned Point(s): 0 of 0, (0)
0 Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
1. Jij (snijden) groenten voor de soep.
2. De baby’s (huilen) in hun wiegje.
3. We (pakken) onze koffers.
4. Ik (maken) avondeten.
5. Jullie (zeggen) weinig vandaag.
6. De ballon (zweven) in de lucht.
7. De boot (drijven) op het water.
8. (sparen) jij voor een huis?
9. Ingrid (verlaten) haar man.
10. Wij (dragen) nieuwe kleren.
11. Carlijn (vinden) haar blauwe broek mooi.
12. Geert (zien) een boom.
13. Ik (bellen) mijn moeder elke dag.
14. Sofie en Richard (praten) over hun studies.
15. Ik (geven) een mooi cadeau aan Ton.
16. De regen (tikken) tegen het raam.
17. Trudy (overleven) op een onbewoond eiland.
18. We (blijven) in Nederland wonen.
19. De boer (zoeken) zijn koe.
20. Jij (vullen) de pot met dropjes.
Hi! We just wanted to let you know that we use cookies on our site. These cookies enhance your experience, improve the quality of our site, and help us show you things that are more likely to be relevant to you. You have the option to manually allow third parties (including our advertising partners) to enable cookies on our website. By clicking 'Accept', you're agreeing to the placement and use of cookies described in our Cookie Policy. That's all. Thanks for reading!