✏️ Bonus assignment E: Filling in verbs (strong)

🇳🇱 Bonusopdracht E: Werkwoorden invullen (sterk)

🇬🇧

Dit is een extra opdracht. Je oefent met het vervoegen van sterke werkwoorden in de verleden tijd. 

🇬🇧

Vul de correcte werkwoordsvorm in.

    1. Ze (helpen) hun zoon met zijn huiswerk.
    2. De politie (zoeken) drie weken naar een gevaarlijke persoon.
    3. De baby (slapen) gelukkig de hele nacht.
    4. Waarom (hangen) jouw jas niet aan de kapstok?
    5. Stefan (dragen) tijdens een wandeling in de bergen een zware tas op zijn rug.
    6. De kinderen (lopen) samen naar school.
    7. Hij (verliezen) zijn portemonnee op dat feest in café Pintje.
    8. Milo was druk en (vergeten) de afspraak met de tandarts.
    9. Waar zijn de sleutels? Ze (liggen) toch op tafel?
    10. De vogels (vliegen) in een paar weken van Europa naar West-Afrika.