BLOK 1
BLOK 2
BLOK 3
BLOK 4

10.5 🌍 Language comparison | verb tense

🇳🇱 Taalvergelijking | werkwoordstijd

🇳🇱 Simpel 🇬🇧 Officiële naam 🇬🇧 Simpel 🇩🇪 DU 🇫🇷 FR 🇪🇸 SP 🇵🇹 PT
tegenwoordige tijd present simple present tense Präsens présent present presente
verleden tijd past simple past tense Präteritum imparfait imperfeito indefinido / imperfecto

🇬🇧

Hoe en in welke situaties we werkwoordstijden gebruiken, verschilt per taal. 

 

In het Nederlands praten we met de verleden tijd over een actie uit het verleden die niet per se is afgerond. 

 

De Engelse vertaling van de verleden tijd is de past simple. De past simple wordt gebruikt bij acties/gebeurtenissen die op één bepaald moment gebeurden. Voor acties die worden geïntroduceerd met ‘toen’ wordt vaak de past continuous gebruikt.

🇬🇧 When you called, I was cooking.

 

🇳🇱 Toen jij belde, kookte ik.

🇬🇧

De Duitse vertaling van de verleden tijd is de Präterium.

In veel varianten van het Duits wordt de verleden tijd bijna niet gebruikt. Bijvoorbeeld in Zuid-Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. De verleden tijd is daar heel formeel. 

In het Beiers en het Jiddisch wordt de verleden tijd bijna alleen gebruikt voor ‘hebben’ en ‘zijn’.

In plaats daarvan wordt als verleden tijdsvorm meestal de Perfekt gebruikt. In het Nederlands is dit de voltooid tegenwoordige tijd (VTT). Die zullen we in Blok 3 bespreken.

🇬🇧

De Franse vertaling van de verleden tijd is de imparfait.

Deze wordt net als de verleden tijd gebruikt voor gewoontes en herhalingen. De imparfait zegt ook niet of een actie afgerond is. Het Frans heeft geen sterke of zwakke werkwoorden, maar wel onregelmatige werkwoorden.

🇬🇧

Het Spaans heeft meer dan één werkwoordstijd voor de functies van de Nederlandse verleden tijd.

In het Spaans gebruik je de imperfecto bij gewoontes of niet per se afgeronde gebeurtenissen.

Maar in het Spaans gebruik je de indefinido voor specifieke momenten in het verleden.

In het Nederlands gebruiken we daar dezelfde werkwoordstijd voor. 

 

Maar niet alle talen hebben een verleden tijd. Het Ewe maakt bijvoorbeeld alleen onderscheid tussen toekomst en geen-toekomst bij werkwoorden.