🇬🇧
🇬🇧
Deze les gaan we drie nieuwe onbepaalde voornaamwoorden bespreken.
Een van die nieuwe onbepaalde voornaamwoorden in deze les is: ‘wat’.
‘Wat’ wordt zelfstandig gebruikt, net als ‘iemand’ en ‘iets’.
Ik heb wat gekocht. |
Ik heb iets gekocht. |
🇬🇧
Je kunt het onbepaald voornaamwoord ‘wat’ vervangen door het onbepaald voornaamwoord ‘iets’.
Maar je kunt ‘iets’ niet altijd vervangen door ‘wat’. ‘Wat’ kan namelijk niet altijd op dezelfde plekken of in dezelfde constructies staan.
Hier zijn drie verschillen tussen ‘iets’ en ‘wat’:
🇬🇧
Het onbepaald voornaamwoord ‘wat’ kan niet aan het begin van de zin staan.
🇬🇧
Het onbepaald voornaamwoord ‘wat’ kan niet gecombineerd worden met ‘niet’.
🇬🇧
Het onbepaald voornaamwoord ‘wat’ kan niet gebruikt worden na een voorzetsel.
🇬🇧
Eigenlijk moet deze lijst nog een vierde verschil hebben, maar dat verschil gaat over een grammaticaal onderdeel uit een latere les.
In een latere les gaan we het hebben over de betrekkelijk voornaamwoorden. Een betrekkelijk voornaamwoord kan niet verwijzen naar het onbepaald voornaamwoord ‘wat’.
🇬🇧
Het woordje ‘wat’ hebben we al eerder gezien. ‘Wat’ is ook een vraagwoord.
In een latere les zullen we nog een andere functie van ‘wat’ bespreken.
Het vraagwoord ‘wat’ vraagt naar één of meer dingen of zaken.
Wat kan ik voor je doen? |
🇬🇧
Het onbepaald voornaamwoord ‘wat’ verwijst naar zaken.
Kan ik wat voor je doen?’ |
Hi! We just wanted to let you know that we use cookies on our site. These cookies enhance your experience, improve the quality of our site, and help us show you things that are more likely to be relevant to you. You have the option to manually allow third parties (including our advertising partners) to enable cookies on our website. By clicking 'Accept', you're agreeing to the placement and use of cookies described in our Cookie Policy. That's all. Thanks for reading!