🇬🇧
🇬🇧
Soms staat een onbepaald voornaamwoord achter de persoon of het ding waar het naar verwijst. Vaak geeft het dan extra informatie.
Dit is het onbepaald voornaamwoord ‘allemaal’. Dat is het tweede nieuwe onbepaald voornaamwoord van deze les.
Je kunt ‘allemaal’ gebruiken bij personen en zaken.
De kinderen willen allemaal een ijsje. |
De fietsen zijn allemaal kapot. |
🇬🇧
In de A1-module heb je geleerd over het onbepaald voornaamwoord ‘alle’.
De ‘allemaal’-constructies hebben dezelfde betekenis als constructies met ‘alle’. Maar ‘allemaal’ legt meer nadruk op de persoon of zaak waar het naar verwijst.
Je gebruikt ‘allemaal’ meestal om extra nadruk te leggen op het onderwerp. ‘Allemaal’ kan ook verwijzen naar een lijdend voorwerp, maar dan kun je de zin vaak op twee manieren interpreteren. De positie van ‘allemaal’ is ook belangrijk voor de duidelijkheid.
Bijvoorbeeld:
We kijken de films allemaal. |
🇬🇧
kan betekenen:
We kijken alle films. |
&
Iedereen kijkt de films |
We kijken allemaal de films. |
🇬🇧
kan alleen betekenen:
Iedereen kijkt de films |
🇬🇧
Je kunt ‘allemaal’ ook gebruiken in een vraag:
Wie komen allemaal naar het feestje? |
🇬🇧
Je gebruikt ‘allemaal’ altijd met een meervoud van een persoonlijk voornaamwoord of van een zelfstandig naamwoord.
Bijvoorbeeld:
We gaan allemaal naar huis. |
Heb je ze allemaal gezien? |
De honden zijn allemaal nat. |
🇬🇧
Andere talen hebben vaak geen speciaal woord voor ‘allemaal’. Ze gebruiken meestal hun vertaling van ‘alle’. Maar vaak verschuift dat woord wel van positie.
Kijk maar:
Hi! We just wanted to let you know that we use cookies on our site. These cookies enhance your experience, improve the quality of our site, and help us show you things that are more likely to be relevant to you. You have the option to manually allow third parties (including our advertising partners) to enable cookies on our website. By clicking 'Accept', you're agreeing to the placement and use of cookies described in our Cookie Policy. That's all. Thanks for reading!